Wet Werk en Zekerheid aangenomen

Een ruime meerderheid van de Eerste Kamer ging vanmiddag akkoord met de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). De belangrijkste veranderingen zijn:

Beperken uitzendbeding
Er geldt een wettelijke termijn van maximaal 26 weken voor hetuitzendbeding – het principe ‘geen werk, geen contract’. Via de cao kon hier echter onbeperkt van worden afgeweken. Vanaf 1 januari 2015 wordt de mogelijkheid om bij cao af te wijken van de 26-wekentermijn beperkt tot 78 gewerkte weken. Uitzendkrachten maken na anderhalf jaar dus aanspraak op een tijdelijk arbeidscontract bij de uitzendorganisatie.

Begrenzing uitsluiting loondoorbetaling
In een arbeidsovereenkomst (nuluren- of oproepcontract) mag worden opgenomen dat er tijdens de eerste 6 maanden geen loondoorbetalingsplicht is (geen loondoorbetaling bij niet werken). Via de cao kon deze periode van zes maanden onbeperkt worden verlengd. In cao’s die na 1 januari 2015 worden afgesloten mag dat na zes maanden niet meer als het om structurele werkzaamheden gaat.

Kortere ketenbepaling
De periode dat een werkgever tijdelijke contracten mag geven wordt beperkt van drie naar twee jaar (maximaal 3 tijdelijke contracten). Daarna hebben werknemers recht op een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. De tussenpoos waarbinnen contracten als opeenvolgend worden gezien (opvolgingsperiode) gaat van drie naar zes maanden. Om de keten te doorbreken moet de werknemer dus een half jaar uit dienst. Geldig vanaf 1 juli 2015 voor nieuwe contracten.
Voor uitzendkrachten kan hier via de cao van worden afgeweken. De afwijking bij cao is gemaximeerd tot zes tijdelijke contracten in maximaal vier jaar.
De ketenbepaling geldt overigens niet voor werknemers jonger dan 18 jaar met een gemiddelde arbeidsduur van hoogstens 12 uur per week.

Ontslagrecht Voor iedereen geldt vanaf 1 juli 2015 dezelfde ontslagprocedure. Ontslag om bedrijfseconomische reden en na langdurige arbeidsongeschiktheid loopt via het UWV, ontslag om persoonlijke redenen (arbeidsconflict) gaat via de kantonrechter.
Voor het bepalen van de hoogte van de ontslagvergoeding geldt niet langer de kantonrechtersformule, maar een meer sobere transitievergoeding – bedoeld voor omscholing naar ander werk – van maximaal 75.000 euro.